Tilburg Noord – Best
Ondergrondse 150kV-hoogspanningsverbinding Tilburg Noord - Best
TenneT vervangt de huidige bovengrondse 150 kV-verbinding tussen Tilburg Noord en Best door een ondergrondse verbinding. Dit noemen we verkabelen. We verkabelen deze bovengrondse hoogspanningsverbinding tussen mastnummer 17 (Best) en mastnummer 126 (Tilburg Noord). Op dit traject verdwijnen de hoogspanningsmasten over een lengte van wel 32 km. In totaal gaat het om maar liefst 110 masten.
Wanneer
De afgelopen jaren is samen met de vijf gemeentes hard gewerkt aan de plannen voor de verkabeling. Hieronder vindt u een globale planning tot aan het eind van het project.
- Voorjaar 2021: Start realisatie nieuwe ondergrondse verbinding
- Voorjaar 2023: Nieuwe ondergrondse verbinding gereed
- Voorjaar 2023: Start verwijderen bovengrondse verbinding Tilburg Noord – Best
- Voorjaar 2024: Bestaande bovengrondse verbinding Tilburg Noord – Best verwijderd
Het bouwproces
Het totale proces van de nieuwe ondergrondse 150 kV hoogspanningsverbinding lange bouw een jaar. Daarna start de volgende aannemer met het amoveren van de bestaande hoogspanningsmasten. Tijdens de aanleg werken we op meerdere locaties en op verschillende tijden tegelijk. Vergelijk het bouwproces met een rijdende trein: een vaste werkmethode en bouwvolgorde.
Er wordt gestart met het inrichten van het werkterrein en het maken van de toegangswegen. Later worden boor- & graafwerkzaamheden uitgevoerd en worden de kabels aangelegd en afgegraven grond weer teruggeplaats. Tot slot ruimt de aannemer het werkterrein op en brengt het terrein terug in de originele staat.
Werkterrein en toegangswegen
We zijn begonnen met het aanleggen van de toegangswegen, zodat we het werkterrein kunnen bereiken. Eerst leggen wij eerst een 'wegenbouwdoek' neer en daarbovenop komen rijplaten. Vervolgens richten wij het werkterrein in. Als eerste plaatsen we een afrastering om het werkterrein mee af te zetten. Binnen deze afrastering slaan wij onze bouwmaterialen op en zetten wij de bouwkeet neer. afhankelijk van de aanlegmethoden verandert het materiaal. Als de sleuf weer is aangevuld, werken we het werkterrein af met teelaarde en samenwerking bewerkt en/of bemest. Denk aan het inzaaien van gras of door het herstellen van de originele paden.
Uitlegstrook mantelbuis
Elke hoogspanningskabel in een boring wordt in een eigen mantelbuis gelegd. De mantelbuis heeft een grotere diameter zodat de kabel eenvoudig door te trekken is. Daarnaast heeft de mantelbuis het voordeel dat de hoogspanningskabel te bereiken is in het geval van onderhoud van vervanging zonder dat hiervoor een nieuwe boring moet worden gemaakt. De mantelbuizen moeten als volledige sterkte in de boring worden getrokken. Daarom moeten we ruimte vrijmaken om deze buizen uit te leggen. Deze ruimte noemen we uitlegstroken. hierboven worden onder andere bermen van wegen of particuliere percelen gebruikt.
Aanlegmethode: open ontgraveren
Bij een ondergrondse hoogspanningsverbinding wordt gewerkt in open ontgraving. Dit omvat dat er een sleuf wordt gegraven waarin de hoogspanningskabels worden aangelegd. Om ervoor te zorgen dat de verbinding in droge omstandigheden kan worden aangelegd, is het afvoeren van het grondwater nodig om de sleuf te maken en te houden. afhankelijk van de lokale omstandigheden, kan het voorkomen dat al beginnen we gaan graven. Het water wordt lokaal weer in de grond voortgang. procedures we met de graafwerkzaamheden starten, voeren er nog een aantal onderzoeken uit. Zo ontstaan ecoloog bijvoorbeeld van er geen beschermde van broedende diersoorten aanwezig zijn, en onderzoekt een archeoloog van vanaf de (vroege) prehistorie tot en met de nieuwe tijd. Als het terrein eerst gaan we de bovenste grondlaag ontgraven. In deze grondlaag zitten namelijk alle gewasbeschermingsmiddelen die nodig zijn om te groeien. Daarna graven we een sleuf door de bodem laag voor laag te ontgraven. Vervolgens leggen we de kabels in de sleuf. Tot slot vullen we de sleuf weer laag voor laag aan met het ontgraven materiaal.
Aanlegmethode: horizontaal gestuurde boring
Soms is het niet mogelijk om te graven, bijvoorbeeld omdat de verbinding onder een weg of onder water doorgaat, maar ook als we bosgebieden passeren. Waar graven niet mogelijk is, gaan we boren. Bij een boring boren we buizen in de grond waar we de kabels doorheen trekken. afhankelijk van de lengte van de boring zal deze uitgevoerd worden, startende vanaf het maaiveld, naar een diepte van tussen de 5 en 25m onder het maaiveld.Een boring heeft een intrede- en uittredepunt, daar waar de boring aan de oppervlakte komt. Op beide locaties richten we een werkterrein in. gevallen kunnen we starten, voeren we nog een aantal onderzoeken zoals ook bij een open ontgraving. De booropstelling stellen we bij het intredepunt van de saaie op. De grootte van een booropstelling is afhankelijk van de lengte van de saai en de diameter van het boorgat. Vervolgens graven we een startput. Vanuit deze put boren we richting het uittredepunt.
Als de saaie geslaagd is en bij het uittredepunt, dan vervangen we de boorkop met een grotere diameter. Hierdoor maken we het boorgat breed genoeg voor de aanleg van de ondergrondse hoogspanningsverbinding. Bij het uittredepunt leggen wij de mantelbuizen uit. Nadat het boorgat ruim genoeg is, trekken we de mantelbuizen in vanaf het uittredepunt richting het intredepunt door het boorgat. Door deze mantelbuizen worden naderhand de kabels getrokken.
Kabeltrek
Een ondergrondse hoogspanningsverbinding bestaat uit verschillende kabelstukken. De kabels worden per kabelrol aangeleverd. Doorgaans verleden er op een rol circa 800-1000 meter kabel. Voor het hele project is ruim 200 kilometer kabel nodig. Vrachtwagens met grote haspels vervoeren de kabels naar de bouwplaats. Met een lier en kabeltrekmachine trekken we de kabels in de sleuf. Daar monteert de aannemer de kabels door ze aan elkaar te 'lassen' en plaatsen ze een bescherming, een zogenaamde mof, om deze las te beschermen. Om deze mofverbinding te beschermen, plaatsen we deze in een put. Zo kan TenneT periodiek de lasverbinding inspecteren.